Uit een stapel oude paperassen op zolder dwarrelde een oude foto. Die bracht heel wat herinneringen terug aan een ver en grijs verleden, waarin mijn snor overigens nog niet grijs was.
Een welgevulde tafel wekt direct mijn eetlust op. Altijd al. Ik kan úren doorbrengen aan de lange tafel in de eetzaal, genietend van pasteitjes en pizza’s, salades en stoofschotels, wildgebraad en warme worstjes, puddinkjes en poffertjes, koekjes en kroketten, taarten en buffetten…
Ooit moest mevrouw Leckerbeck, de kokkin van Kanonnensteijn, een tijdje op reis. Het vooruitzicht van een lege dinertafel lag me zwaar op de maag. Ik besloot gewoon een robotchef op tafel te toveren. Met alle ingrediënten die ik maar kon vinden roerde, mixte en bakte ik een 5-sterren kookrobot. Ik noemde hem liefdevol ‘Bocuse’ en zette hem op Michelin-banden. Dat leek me wel toepasselijk. En ik moet zeggen: hij kookte de sterren van de hemel.
Bocuse kreeg wel enige last van Michelinsterallures. Hij bleek een echte pièce de résistance. Wát ik ook bestelde: ik kreeg steevast iets welluidenders voorgeschoteld. Wilde ik worstjes; Bocuse maakte er ‘Saucisson Exquis aux Fines Herbes’ van… Bestelde ik een kroket? Bocuse serveerde ‘Friandise Croquante à la Viande tendre de Veau du Limousin’. Een slaatje? U raadt het al: ‘Salade Kanonnensteijnienne aux Croutons et Filet de Canard légèrement rôti’. Een ouderwetse stamppot boerenkool met worst toverde hij om tot ‘Hachis Parmentier aux Choux Verts du Terroir Kanonnensteijn et à la Saucisse Fumée’. Maar goed; ik genoot wel tot in mijn vingertoppen van het creatiefculinaire geweld.
Exquise wijnen, magnifieke terrines, adembenemende desserts… Bocuse toverde, als smaakmakende magiër, de meest exotische, fijnzinnige en verrassende culinaire creaties op tafel. Alles wat hij maakte was een streling voor de zintuigen. Iedere avond bood de dinertafel een smaakpapillaire ontdekkingsreis die zijn weerga niet kende. Ik genoot met volle teugen van zijn creaties en zijn enthousiasme voor smaaksensaties.
Zijn stijlvolle kleding, de etiquette, zijn verfijnde tafelmanieren… Bocuse werd een echte keukendandy. Toen mevrouw Leckerbeck weer terugkeerde in haar domein viel ze als een bakvis voor zijn culinaire charmes. Ze deed alles wat in haar vermogen lag om het hart van Bocuse te winnen. Maar die had alleen oog voor zijn keukengerei, kookboeken en receptuur. Bocuse voelde zich te lekker voor Mevrouw Leckerbeck. De liefde bleef onbeantwoord en dat leverde mevrouw Leckerbeck een bittere nasmaak op. De sfeer was om te snijden als een taart. En die onverkwikkelijkheid liep op zoals de druk in een snelkookpan. Alleen liep het deze keer niet met een sisser af.
Op een goede -of liever gezegd kwade- morgen was Bocuse vertrokken. Zonder ook maar een spoor van kruimels achter te laten. Dat was best verdrietig, moet ik zeggen. Maar ik troostte me met de gedachte dat Bocuse de culinaire wereld in was getrokken. Op zoek naar erkenning en Michelin-sterren in één of ander etablissement… Mevrouw Leckerbeck leek er stoïcijns onder. We spraken er niet meer over, en van Bocuse hoorde ik nooit meer iets.
Tot ik -veel later- in de keuken het fornuis van mevrouw Leckerbeck toevallig eens beter bekeek. Ik herkende direct het rode oog. Bocuse had zijn sterallures moeten bekopen met een lot als stoof… Een ‘crime passionnel’ onder het dak van Kasteel Kanonnensteijn! Nou ja, Mevrouw Leckerbeck is altijd al één van de meest pittige ingrediënten van Kasteel Kanonnensteijn geweest…
Leave a Reply