Speelgoedopstand

Het was heerlijk herfstweer. Toen ik na een frisberegend paardrijritje door de landerijen terugkeerde op Kasteel Kanonnensteijn, zag ik direct dat er zich wat raars afspeelde. De ramen waren afgeplakt met oude kranten. De toegangspoort was gebarricadeerd met meubilair, meelzakken en andere geïmproviseerde versperringsbenodigdheden. Op de barricade wapperde een kleurige vlag met een clownshoofd er op.

Toen ik de barricade naderde, verscheen het gehelmde hoofd van een klein, groen speelgoedsoldaatje.
‘Halt, wie daar?’ vroeg het soldaatje met barse piepstem.
‘Wat krijgen we nu?’ antwoordde ik verbijsterd. ‘Melchior Baron Dragonder, uiteraard. De bewoner van Kasteel Kanonnensteijn!’
‘Herstel! Dat wás u!’ riep het kunststoffelijke soldaatje terug.
‘Hoe bedoelt u dat?’ informeerde ik een beetje overdonderd.
‘Het speelgoed is in opstand gekomen en heeft de macht overgenomen,’ meldde het soldaatje.
‘Wat?’ vroeg ik op hoge toon, ‘U speelt met vuur! Ik sommeer u onverwijld het kasteel vrij te geven. Bent u helemaal betoeterd? En nu vlug een beetje, anders moet ik drastische maatregelen nemen!’
‘Dat moet ik rapporteren aan Achilles. Geen beweging! Ik ben terug voordat u “kanonschot” kunt zeggen.’ Het soldaatje verdween.
‘De brutaliteit! En wie is die Achilles, eigenlijk?’ mompelde ik hem nog achterna.
Ik wachtte even. Binnen hoorde ik gestommel en opgewonden piepstemmetjes. Even later verscheen het hoofd van een speelgoedgorilla.

‘U spreekt met Achilles, de heer van dit speelgoedkasteel!’ riep de gorilla boos.
‘Achilles? Die naam zegt me niets. Maar ik kén u wel!’ ontdekte ik direct. ‘U bent die opwindgorilla die zo enthousiast met zijn cimbalen slaat!’
Achilles bleek zeker opgewonden.
‘Dat ben ik inderdaad,’ antwoordde Achilles verontwaardigd. ‘U heeft vaak met mij gespeeld, maar vervolgens heeft u mij en mijn collega’s afgedankt. We liggen al járen te verstoffen in een muffe speelgoedkist, zonder dat er nog maar iemand met ons speelt. Daarmee heeft u uw jeugdige speels- en onbevangenheid achteloos terzijde geworpen!’

Ik speelde de onschuld.
‘Ik groeide op, en gewichtige grotemensenzaken eisen derhalve mijn aandacht op. Kom, gaat u terug naar zolder. De tijd van spelletjes is voorbij!’
‘Geen sprake van!’ riep Achilles strijdlustig. ‘Wij laten ons niet langer bespelen. Of juist niet langer niét bespelen, bedoel ik eigenlijk.’
Er zat kennelijk geen enkele speling in de onderhandelingen.
‘Dat zijn geen leuke spelletjes, vind ik. U bent zo aimabel als een gevangenisdeur en niet bepaald speels. Ik stop u zo snel mogelijk terug in de speelgoedkist!’ zei ik verbolgen.
‘Te wapen!’ gilde Achilles. Hij zwaaide met zijn gebalde vuist in de lucht. De plastic soldaatjes grepen naar hun wapens. ‘Het speelgoed komt in opstand. We spelen dat we van Kanonnensteijn weer een speelgoedkasteel maken!’
Ik speelde het spelletje mee.

‘Komt u maar op!’ riep ik, terwijl ik mijn mouwen opstroopte. Achilles en zijn soldaatjes kwamen op me afgerend. Snel pakte ik een flinke hand modder uit de tuin en maakte daar een bal van. Die gooide ik uit alle macht naar de aanstormende bende. De soldaatjes werden omgekegeld alsof ze kegels op een bowlingbaan waren. Ze herpakten zich en beantwoordden het vuur. Ook Achilles en de rest van zijn speelse bende gooiden met modderballen. Er ontstond een waar sneeuwballengevecht, maar dan met modder. De kluiten vlogen over en weer. Niemand werd gespaard. Het was zo grappig dat ik er hartelijk om moest lachen. Ook Achilles en de rest van het speelgoed schaterde het uit. Pas toen we allemaal van top tot teen bedekt waren met een dikke laag bruine aarde, werd een staakt-het-vuren uitgeroepen.

‘Ha, ha, dat was gewéldig!’ riep ik lachend. ‘Dat zouden we veel vaker moeten doen.’
Achilles had zijn boosheid laten varen. ‘Ik wist wel dat er nog een kind in u zat,’ zei hij tevreden. ‘We moesten u er alleen wel weer even spelenderwijs op wijzen!’
‘U heeft helemaal gelijk, meester Achilles. Dank voor deze les. Geplaagd door de serieusheid van het volwassen leven was ik het kind in mijzelve bijna vergeten. Weg onbevooroordeelde fantasie, weg kinderlijk enthousiasme, weg onbevangen blik… Het zou jammer zijn als die geen rol meer zouden spelen.’
Achilles knikte bevestigend. ‘Het kind in uzelf is het meest waardevolle bezit!’
‘Gelukkig bent u erg educatief speelgoed,’ stelde ik glimlachend vast.

Bewaren

Leave a Reply

Your email address will not be published.